Vijf redenen waarom water filteren zinvol is

Volgens velen behoort het Nederlandse drinkwater tot de wereldtop. Is het nog wel zinvol om het water te filteren? Wij geloven van wel en geven je vijf redenen waarom. 

1. Het filteren van ongewenste stoffen

In kraanwater zitten veel stoffen die door menselijk handelen in onze drinkwaterbronnen zijn terechtgekomen. Voor drinkwaterbedrijven zijn deze stoffen moeilijk te filteren. Bovendien blijken ze na verloop van tijd gevaarlijker voor onze gezondheid dan gedacht. Hierdoor stellen overheidsinstanties normeringen regelmatig bij. Een aantal voorbeelden:

PFAS

Door de mens gefabriceerde chemische stoffen die gebruikt worden in smeermiddelen, voedselverpakkingen, anti-aanbaklagen, blusschuim, waterbestendig textiel en cosmetica. De stoffen, ook wel ‘forever chemicals’ genoemd, breken niet af en komen in het milieu terecht. PFAS zijn gerelateerd aan kanker en andere lichamelijke aandoeningen. 

Glyfosaat

Een pesticide die gebruikt wordt door de landbouw om onkruid te bestrijden. Door uitspoeling komt de stof in het grondwater terecht en uiteindelijk in onze drinkwaterbronnen. Wetenschappers spreken elkaar tegen over de schadelijke effecten van de stof. Sommigen zeggen dat het kankerverwekkend is, anderen weer niet. 

Lood

Lood komt in ons drinkwater door oude loden drinkwaterleidingen. Concentraties van het materiaal verschillen per plek of zelf per kraan. Normeringen voor lood zijn de afgelopen decennia doorlopend aangescherpt. Aanvankelijk werd een concentratie van 400 microgram als niet schadelijk geacht. Vanaf 2022 is de norm 5 microgram per liter. Naar schatting zijn er in Nederland nog tot 200.000 woningen voorzien van loden leidingen. Maar ook in nieuwbouwwoningen komen loodconcentraties voor.

Fluoride

Fluoride belandt – naast een natuurlijke hoeveelheid in de ondergrond – via het afvoerputje en de rioolwaterzuiveringsinstallatie in het oppervlaktewater. Drinkwaterbedrijven gebruiken dat om drinkwater te maken en kunnen dat niet volledig eruit filteren. De concentraties verschillen per gebied: tussen de 0,05 en 0,25 milligram fluoride per liter. Dat is onder de wettelijke norm van 1,1 milligram per liter. 

Volgens het RIVM wordt naar schatting alleen al in in Nederland per jaar minstens 140 ton geneesmiddelresten op het oppervlaktewater geloosd (RIVM, 2016a). Daarom pleit Peter van der Velden, voorzitter van de vereniging van Drinkwaterbedrijven (Vewin), ervoor om drinkwaterbronnen beter te beschermen. ,,Het lozen van chemicaliën, microplastics, bestrijdingsmiddelen en meststoffen wordt nog steeds gedoogd. We sluiten onze ogen voor de gevolgen voor de langere termijn! We praten er al jaren over, maar het neemt alleen maar toe! De vraag is: hoe lang blijven we nog polderen op het dossier verontreinigende stoffen?”

2. Vervuilde drinkwaterbronnen

Volgens het RIVM is de kwaliteit van de drinkwaterwinningen in Nederland beneden peil. Uit een onderzoek uit 2021 blijkt dat in meer dan de helft van de winningen de waterkwaliteit een probleem vormt – in 135 van de 216 winningen probleemstoffen zijn aangetroffen. Zo worden bijvoorbeeld in één op de drie drinkwaterbronnen (70 van de 216) bestrijdingsmiddelen aangetroffen die de norm overschrijden. 

In Nederland winnen drinkwaterbedrijven 40 procent van het totale drinkwater uit oppervlaktewater. Het overgrote deel van het oppervlaktewater wordt gewonnen uit de Rijn, het IJsselmeer en de Maas en bevat daardoor ook verontreinigingen uit het buitenland. Er zitten veel bestrijdingsmiddelen, industriële stoffen en geneesmiddelen in, waardoor het water verontreinigd raakt. 

Het grondwater is beter beschermd tegen verontreinigingen omdat het water dat wordt opgepompt enkele jaren tot decennia, eeuwen of zelfs millennia oud is. Hierdoor zijn de verontreinigende effecten in de omgeving sterk vertraagd. Toch komen er een toenemende hoeveelheid nitraat (een stof afkomstig uit mest) en bestrijdingsmiddelen in voor. Ook door oude bodemverontreinigingen is de kwaliteit van het grondwater verslechterd. 

Nederlandse drinkwaterbedrijven zijn bezorgd: “Het is twee voor twaalf. Maatregelen om de kwaliteit te verbeteren zijn absoluut noodzakelijk”, zegt Peter van der Velden, voorzitter van de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin). Van der Velden pleit onder meer voor minder bemesting, zodat stoffen als nitraat minder in de bronnen terechtkomen. 

3. Smaak

Smaken verschillen. Zo ook over gefilterd water. Sommige mensen vinden gefilterd water lekkerder dan kraanwater. Dit komt omdat filters mineralen, zouten en metalen verwijderen en het water daardoor lichter en puurder van smaak is. Gefilterd water wordt over het algemeen ervaren als zachter van smaak. 

Niet alleen waterdrinkers hebben baat bij gefilterd water. Waterfilters worden ook gebruikt voor het maken van koffie. Koffiebonen, het roosteren en certificering zijn van invloed op de smaak. Maar aangezien 98 procent van koffie uit water bestaat, is het een zeer smaakbepalend ingrediënt en van invloed op de uitwerking van de koffie, zegt koffiemachine-producent La Marzocco:

“Water bevat allerlei sporen van andere mineralen, die zowel smaak als extractievermogen geven. Bij het zetten van koffie is het belangrijk om te begrijpen dat hoe meer mineraalgehalte water bevat, hoe minder mineralen uit koffie opgenomen worden.”

Wereldwijd zijn barista’s al langer bezig met gefilterd water. In 2014 sprak Maxwell Colonna-Dashwood – een van de meest succesvolle koffiemakers ter wereld en bekend van het boek Water for Coffee – tijdens de Wereld Barista Kampioenschappen in 2014 over de invloed van water op de smaak van koffie. Hij inspireert via zijn colleges talloze barista’s om meer na te denken over waarom water zo belangrijk is voor de koffiesmaak.

Net als de andere componenten heeft water een behoorlijke invloed op smaak, aroma, mondgevoel en de body van een koffie. Door kraanwater te ontdoen van de stoffen die het bevat, kun je een koffie bereiden met een hoge smaak-helderheid, een betere balans, een rijke zoetheid en zonder onduidelijke ongewenste smaken. 

Ook theesommeliers hebben baat bij gefilterd water. Kalk en mineralen reageren met enzymen in de thee en veranderen de smaak en het aroma. Ook de PH waarde is van belang.

Wij werken samen met de Nederlands kampioenen theesommeliers Mariëlla Erkens en Jozefien Muyle en sinds 2018 met Karin Kamman. Ook internationaal zoeken we samenwerkingen, zoals met de International Tea and Coffee Academy. 

4. Beter voor apparatuur

Kalkaanslag ziet er niet zo fris uit, maar het kan er ook voor zorgen dat je apparaten minder goed functioneren. Waterleidingen in je apparaat kunnen verstopt raken door kalk, waardoor ze sneller stuk gaan. Om je apparaten in een optimale conditie te houden, is het verstandig om je apparaten regelmatig te ontkalken. Omdat de kalk-concentraties in ons drinkwater per gebied verschillen, is er overal een ander onderhoudsregime nodig. 

Gemiddeld gezien is een driemaandelijkse cyclus voldoende. Volgens een onderzoek van Care Club – een bedrijf dat reinigingsproducten verkoopt voor huishoudelijke apparaten – maken de meeste Nederlanders hun apparaat niet goed of niet vaak genoeg schoon. Slechts 47 procent ontkalkt de koffiemachine regelmatig. Naast dat ontkalken en reinigen de levensduur van het apparaat verlengt, komt het de smaak van koffie en thee ook ten goede.

5. Giftige sporen van leidingen

Via een immens leidingstelsel wordt drinkwater getransporteerd naar onze huizen. In het verleden ontbrak het aan kennis over de gezondheidsschade van de gebruikte materialen. Zo duurde het tot 1960 voordat lood verboden werd in de waterbouw. Maar nog altijd is het materiaal niet verdwenen, waardoor vele kinderen o.a. het risico lopen op een lager IQ. Bij andere gebruikte materialen zijn er ook gezondheidsrisico’s. 

Zo was de allereerste Nederlandse waterleiding in 1853 van gietijzer. Naderhand bleken gietijzeren leidingen ook giftige stoffen af te geven. Een groot deel van de gietijzeren én stalen leidingen die tussen 1900 en 1990 gelegd werden, kunnen Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) afgeven. Dit komt omdat ze inwendig gecoat zijn met bitumen en koolteer. Deze zogeheten dompellaag diende vooral om de buizen tijdens de opslag te beschermen tegen atmosferische corrosie. 

De dekkingsgraad van zo’n coating kan sterk variëren. In een onderzoek aan 120 gietijzeren leidingdelen bleek dat bij ongeveer 10 procent de coating volledig verdwenen was en dat in 30 procent de coating nog intact was. Door deze coating kan de PAK-norm uit het Waterleidingbesluit overschreden worden.

Ook zorgde de asbestcementleiding voor problemen. Sinds 1 januari 1993 is de aanleg verboden. Maar nog zo’n 25 procent van het leidingnetwerk bestaat uit dit kankerverwekkende materiaal. Cementhoudende materialen kunnen uitlogen waardoor asbestvezels in het drinkwater terechtkomen. Beton en cementhoudende materialen zijn inmiddels gereguleerd. Het overgrote deel van de nieuwe waterleidingen, ongeveer 54 procent, is gemaakt van PVC. 

Van PVC is bekend dat leidingen die gemaakt zijn van polyetheen giftige stoffen in de bodem kunnen doorlaten. Zo zijn er in het verleden incidenten geweest met methylbromide, een gewasbestrijdingsmiddel dat gebruikt werd in de landbouw om ratten, insecten en schimmels te verdelgen. Kleine concentraties van deze stoffen belandden in het drinkwater en vormden een gevaar voor de gezondheid. Maar kunststof leidingen geven ook chemische stoffen af, zo blijkt uit Deens en Noors onderzoek. Stoffen die een hormoonverstorende werking hebben.

Van alle huisaansluitingen in Nederland, zo’n 6 miljoen in totaal, bestaat 90 procent uit koperen leidingen. Door verschillende erosie-processen in de leidingen, geven de leidingen altijd in meer of mindere mate af. Koper is een essentiële voedingsstof voor ons lichaam. Maar een overdosis koper kan maag- en darmklachten veroorzaken. Koper is bovendien slecht voor het milieu en wordt op Europees niveau gezien als probleemstof.