Met ons blote oog zijn ze niet waar te nemen: microplastics. Ze zijn overal in ons milieu te vinden, dus ook in ons drinkwater. Wat weten we van deze minuscule deeltjes plastic?
“Er was eens een stenen tijdperk, een Bronstijd en nu zitten we middenin het Plastic Tijdperk”, vertelde Boyan Slat, een jonge Nederlandse uitvinder, tijdens zijn TEDTalk op 12 oktober 2012 aan het publiek. “Elk jaar produceren we ongeveer 300 miljoen ton plastic en een fractie daarvan komt terecht in rivieren, waterwegen en uiteindelijk in de oceanen. Door de zon en de golfslag valt door de jaren heen het plastic uit elkaar in steeds kleinere stukjes, maar het blijft plastic.” De 18-jarige student Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de TU Delft heeft een revolutionair idee: hij wil de oceaan ontdoen van dit plastic afval.
De tiener kwam op het idee tijdens een duikvakantie in Griekenland. Vol ongeloof zag hij meer plastic zakken dan vissen. “Waarom kunnen we dit niet opruimen?”, dacht Slat. Hij bedacht een plan om al het plastic in de oceanen, inclusief de Great Pacific Garbage Patch, een gigantisch oppervlak in de pacifische oceaan ter grote van Frankrijk, op te ruimen. Want het plastic is niet alleen giftig voor het zeeleven, maar ook voor onze eigen voedselketen. Tien jaar later heeft hij met zijn project The Ocean Cleanup miljoenen opgehaald om de klus te klaren en is hij bezig met zijn derde en laatste prototype opruimsysteem.
Microplastics zijn, zoals de naam al aangeeft, kleine plastic deeltjes. Er zijn twee categorieën microplastics: primaire en secundaire. Primaire microplastics zijn deeltjes die bijvoorbeeld voorkomen in cosmetica en microvezels in kleding of visnetten. Secundaire microplastics ontstaan door de afbraak van rondzwervend plastic voorwerpen, zoals waterflessen of tassen. Het probleem met microplastics is dat ze niet eenvoudig oplossen in onschadelijke moleculen. Het kan honderden of duizenden jaren duren voordat plastic is afgebroken. Sinds de jaren vijftig hebben we meer dan 8 miljard ton plastic geproduceerd. Slechts 10 procent daarvan is gerecycled.
Maar zijn deze deeltjes ook schadelijk voor de gezondheid? Daar is nog geen consensus over. Momenteel lopen er meerdere onderzoeken. Het wetenschappelijke tijdschrift Science publiceerde een artikel waarin toxicologen Juliette Legler, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, en Dick Vethaak, van Deltares en emeritus-hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, vertellen over hun lopende onderzoeken. Volgens Legler en Vethaak is het nog onduidelijk of microplastics een risico vormen voor onze gezondheid, omdat de cruciale kennis over de blootstelling en het gevaar daarvan ontbreekt. Hierdoor zijn er nog teveel onzekerheden om met zekerheid te kunnen zeggen dat microplastics schadelijk zijn.
De twee professoren stellen dat er nog geen goede methoden zijn om de microscopische deeltjes in het lichaam te kunnen meten. Ook is het onduidelijk hoe het immuunsysteem omgaat met de plastic deeltjes. Schadelijke chemische stoffen en mogelijk ziekteverwekkende micro-organismen die zich aan het oppervlak hechten, kunnen met de deeltjes meeliften het lichaam in. Om die risico’s goed te kunnen beoordelen, is veel meer onderzoek nodig. De auteurs pleiten er daarom voor om al deze onduidelijkheden snel te onderzoeken en zo meer inzicht te krijgen in de gezondheidsrisico’s.
Toch zijn er ook wetenschappers die al wel uitspraken durven te doen. Pete Myers, oprichter en hoofdwetenschapper van de non-profit Environmental Health Sciences en adjunct-hoogleraar chemie aan de Carnegie Mellon University, erkent ook dat er nog weinig onderzoek beschikbaar is. “Maar ik geloof niet dat microplastics helemaal geen effect hebben”, zegt Myers. Hij zegt dat het waarschijnlijk is dat de inname van microplastics ons verder kan blootstellen aan chemicaliën die in sommige plastics voorkomen en waarvan bekend is dat ze schadelijk zijn. Chemicaliën die bijvoorbeeld in verband zijn gebracht met obesitas, orgaanproblemen en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen.
Verder zegt Myers dat sommige plastic deeltjes mogelijk bisfenol A en ftalaten afgeven. “Het is bekend dat bisfenolen interfereren met hormonen, en er zijn onderzoeken die blootstelling aan bisfenol koppelen aan verminderde vruchtbaarheid bij mannen en vrouwen”, vult Jodi Flaws, hoogleraar vergelijkende biowetenschappen en associate director van het Interdisciplinair Environmental Toxicology Program aan de Universiteit van Illinois, aan. “Styreen, een andere chemische stof die wordt toegepast in plastic en voedselverpakkingen, wordt ook in verband gebracht met een aantal gezondheidsproblemen, waaronder problemen met het zenuwstelsel, gehoorverlies en kanker.”
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) durft in een rapport te stellen dat microplastics in drinkwater vooralsnog geen bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Het instituut beweert dat de concentratie microplastics in flessenwater en kraanwater daarvoor te laag is. De WHO concludeert dat er nog aanvullend onderzoek nodig is om het volledige effect van microplastics op de gezondheid en het milieu te bepalen. Maria Westerbos, directeur van de Plastic Soup Foundation, vindt het te vroeg voor dit soort conclusies. “Zeggen dat het niet gevaarlijk is, of dat het niets doet, vind ik wat prematuur. Ik vind dat het eerst goed onderzocht moet worden. Het is gebaseerd op een aanname.”
Alleen al in Nederland liggen er 15 pilotprojecten op de stapel waarin onderzocht moet worden welk effect micro- en nanodeeltjes op het lichaam hebben. Nanodeeltjes zijn metalen deeltjes die worden gebruikt voor antibacteriële coatings in kleding en in cosmetica en zonnebrandcrème. Via lucht en voeding komen komen ze uiteindelijk ook in het milieu en dus in onze drinkwaterbronnen terecht. “Onderzocht wordt of ze naar onze hersenen kunnen doordringen, wat ze doen in onze longen, in de darmen, of ze bij het ongeboren kind kunnen komen en wat ze daar dan doen. Richten ze celschade aan, krijgen we er kanker van, dat wordt nu pas voor het eerst onderzocht”, zegt Westerbos.
Recent onderzoek, in opdracht van drinkwaterbedrijf Dunea en het Amsterdamse Waternet, toonde aan dat er in kraanwater weinig microplastics van het formaat 50 micrometer tot 5 millimeter voorkomen. Bij normaal waterverbruik van een gezin komen per dag twee plastic stukjes van één twintigste millimeter uit de kraan. Volgens de onderzoekers is de kans dat zo’n deeltje in een glas drinkwater zit 1 op 350. In het onderzoek is niet gekeken naar de kleinste microplastics van 1 tot 50 micrometer. “Het onderzoek naar zulke stukjes is vele malen uitdagender”, zegt onderzoeker Eelco Pieke van Het Waterlaboratorium.
Uit een ander groot internationaal onderzoek van de State University van New York blijkt dat er in flessenwater vaak wel microplastics voorkomen. In 93 procent van de 259 onderzochte plastic flessen zaten microplastics – gemiddeld 325 deeltjes microplastic per liter. De onderzoekers vermoeden dat dit komt doordat de fles of dop kleine stukjes plastic afgeeft. De onderzochte flessen kwamen van elf verschillende producenten en waren afkomstig uit negen verschillende landen. Geschat wordt dat een persoon die per dag een liter flessenwater drinkt, elk jaar tienduizenden deeltjes microplastic consumeert. Verder bleek dat er ook in glazen flessen microplastics voorkomen.
Wil jij er zeker van zijn dat jouw drinkwater vrij is van microplastics? ZeroWater verwijdert microplastics voor 100 procent uit kraanwater. Daarnaast verwijdert onze filter onder andere kalk, glyfosaat, chloor, PFAS (PFOS/PFOA) en koper.
Interesse? Neem een kijkje in onze webshop.